Karpaten, Roemenie 2007
Printversie

Na Schotland, Ierland, Noorwegen (3x) en Pyrenee?n (2x) vinden we het tijd om de bergschoenen in een iets exotischer omgeving uit te laten. Zodoende zitten we zondag 15 juli 2007 in het vliegtuig naar Boekarest, Roemeni?. Veel tijd om precieze plannen te maken hebben we niet gehad. We hebben een overzichtskaart van het Noordelijk deel van het land en een detailkaart van de Fagaras. Het vage plan was om per trein via Brasov naar Zarnesti te reizen. In het vliegtuig bekijkt Rinske de kaarten nog eens goed en komt met het idee om al eerder uit de trein te stappen in Sinaia en dan via het Bucegi gebergte naar de Fagaras te lopen. We zijn allebei gek op dit soort ad-hoc beslissingen en dus stappen we om 19:10 uit de vooroorlogse boemel op het perron van Sinaia.


(klik op de kaart voor vergroting)

We hebben er dan een woeste taxirit op zitten van de Internationale luchthaven naar station Gare de Nord in een stikheet Boekarest. Daar worden we ongevraagd opgevangen door een paar behulpzame Roemenen, dankzij wie we binnen 5 minuten in de trein zitten. Ze willen als beloning voor hun hulp eenzelfde bedrag hebben als de hele treinreis kost. Maar voor 10 Lei de man raken we ze tenslotte kwijt.

Zo steekt dit land dus blijkbaar in elkaar. Ook in Sinaia worden we benaderd door diverse taxichauffeurs en heel veel kamerverhuurders die ons onderdak willen verschaffen. We schudden echter de hele meute af en belanden in een bos net buiten het dorp waar we vlakbij een waterkanaaltje onze tent opzetten.

Dag 2

Vanaf Sinaia gaat het meteen behoorlijk omhoog, eerst door het bos, daarna door opener gebied. Dit is tevens een wintersportoord met bijbehorende lelijke hotels, skiliften, ruines van skiliften en heel veel rotzooi. We zitten nog niet erg hoog en daardoor is de watervoorziening een probleem. Als we bijna van dorst zijn omgekomen vinden we gelukkig onze vertrouwde blaub?r. Daarmee halen we een iets verderop gelegen beekje waar we onze eerste lunchstop houden.

We hebben alleen een 1:400.000 kaart van dit gebied, zodat het voorlopig een verrassing zal blijven hoe ons pad er uit ziet. Wel zijn er (vaak overdreven) veel markeringen in de vorm van beschilderde bomen, stenen en palen met bordjes. Zo vinden we dus redelijk gemakkelijk onze weg bergje op en bergje af, door alpenweiden en bossen. Een mogelijk kampeerplekje in het bos laten we liggen omdat er teveel muggen en vliegen zijn. Daarna duurt het een hele tijd voor we weer een plekje vinden. Maar dat is wel de moeite waard: aan een prachtig riviertje met open plekken in het bos aan weerzijden.

Dag 3

Het Bucegi gebergte wordt vanuit het zuiden door het riviertje Ialomita doorsneden. ?s Ochtends passeren we deze en klimmen langs een prachtige steil oplopende zijtak naar het westelijk deel van dit gebergte. Bovenaan verliezen we de juiste route uit het oog en moeten ons met veel klauterwerk en inspanning een weg uit de laatste deel van de kloof banen. Uiteindelijk komen we dan toch boven waar we nog een eindje door weilanden verder klimmen. En dan komen we bij de steile westelijke helling van dit gebergte. We hebben geen zin om via het officiele pad helemaal naar het noorden te lopen en dalen op een geschikte plaats af. Dit levert ook nog een bronnetje op waar we onze watervoorraad mee kunnen aanvullen. Water blijft in deze, relatief lagere, berggebieden een probleem. Zo ook in het volgende traject, wat afwisselend door bos en weiland voert. Maar wel steeds over de kammen van de heuvels. We hebben uiteindelijk bijna besloten maar af te dalen naar een dorpje waar we een riviertje vermoeden (wel weer honderden meters naar beneden). Dan komen we door een weiland waar een paar mannen met de zeis bezig zijn met maaien en die kunnen ons vertellen dat een klein stukje naar beneden water is te vinden. Dit blijkt het geval te zijn in de vorm van een trog waar via een buis (die blijkbaar een bron aftapt) water inloopt. Heerlijk en helder. Vlakbij vinden we een plekje wat met enige fantasie vlak genoeg is voor ons tentje.

Dag 4

We vervolgen onze weg over de bergkam en dalen uiteindelijk af naar het dal waar de weg van Brasov naar Campulung door loopt, alsmede een paar riviertjes. Rond het middaguur komen we aan in het dorpje Cheia. Terwijl Rinske bij het riviertje aan de bereiding van de lunch begint loop ik nog iets verder en vindt zowaar een winkeltje waar ik een brood, wat kaas en een paar tomaten koop. Het is behoorlijk heet aan het worden. Na weer een klein stukje klimmen naar de hoger gelegen weg houden we dus eerst maar si?sta. Daarna klimmen we de weg over en dalen bij gebrek aan een paadje dwars door het bos af naar een prachtig riviertje tussen wat weilandjes. Ze zijn hier druk aan het hooien, allemaal handmatig. Als we vragen of we de tent hier mogen opzetten is dat geen enkel probleem.

Dag 5

Onze weg slingert zich kilometerslang om en door een riviertje en daarna gaat het weer omhoog door boerenland naar het dorpje Pestera. Hier kunnen we een verse kaas kopen bij ene Maria en een brood bij het tegenovergelegen winkeltje. Na de lunch lopen we verder een eind over de weg (gedeeltelijk asfalt, maar meest grint). Het is behoorlijk heet en we krijgen tevens 3 zwerfhonden op sleeptouw. In een volgend dorp komen we langs iets wat een cafeetje moet voorstellen. We kopen elk een flesje cola, heerlijk. Ook vragen we om onze waterfles te mogen vullen, maar dat feest gaat niet door. Dat lukt wel bij een campinkje iets verderop, waar ik nog even een boer help om de vracht hooi vast te zetten die van zijn wagen af dreigt te glijden. Dan moeten we nog een bergje op en af om bij een beekje uit te komen met een mooi kampeerplekje. Midden in de nacht worden we bijna gelijktijdig wakker. Ik ben misselijk zegt Rinske. Ik ook zeg ik. We hebben net genoeg tijd om uit het tentje te kruipen en dan komt het avondeten er weer uit. Tevens verlaat de inhoud van het spijsverteringsstelsel ook aan de andere kant het lichaam. Deze ceremonie herhaalt zich die nacht diverse keren, zodat we ?s morgens geheel leeg zijn. Het water in het beekje was blijkbaar niet goed. We hadden dit nog niet eerder meegemaakt op onze avonturen, maar het kan dus toch.

Dag 6

We worden ?s morgens wakker met een kudde schapen in aantocht met een herder en een kleine jongen. Als de jongen ons ziet komt hij aanrennen, wrijft over zijn buik en maakt duidelijk dat hij honger heeft. Zelf hebben we nog niet echt honger en ik geeft hem daarom een paar sneetjes brood met kaas mee. Tamelijk slapjes gaan we daarna op weg. Iets verderop vinden we gelukkig weer een trog met goed water. Na een aardige klim houden we na een voorzichtige lunch een royale si?sta. Als we daarna verder zullen komen we tot de conclusie dat we de verkeerde kant op zijn gelopen. We moeten dus helaas weer helemaal naar beneden en vinden dan wel weer het goede pad. Daarna moeten we weer steil omhoog door het bos. Deze inspanning is helaas iets teveel voor mijn verzwakte gestel en wederom komt de maaginhoud naar buiten. We gaan dus maar weer terug naar beneden en slaan daar ons kampement op. We zijn al met al de hele dag bezig geweest met een afstand die in 3 kwartier te lopen zou zijn geweest.

Dag 7

Genoeg vakantie ellende. Vandaag gaan we er weer fris tegenaan. Zodoende komen we rond koffietijd aan bij Cabana Curmatura: een berghut van de eenvoudige soort. Het is hier een gezellige boel en bij de waterplaats komen we een paar biologen tegen die onder leiding van een natuurgids plantjes zoeken in de bergen. Van deze natuurgids krijgen we ook een goede wandelkaart van dit gebergte: de Piatra Craiului. Hiermee gewapend komen we na een lange, pittige klim rond 2 uur boven op de bergpas aan. Het is daar een drukte van belang en we allerlei adviezen mee: er zijn beren aan de andere kant van de bergketen, de mensen en vooral herders stelen wat ze te pakken kunnen krijgen, totaan je schoenen aantoe. Het lijkt er op dat we het wilde westen in gaan. We nemen de waarschuwingen maar met een korreltje zout: het zal de kift zijn van westerlingen tegen de oosterlingen. Daarna gaan aan de andere zijde weer bergafwaarts. Een pittige afdaling over veel losse stenen. Wel is er langs de route een bronnetje in de rotswand met heerlijk fris water. Tegen de avond komen we beneden aan en zetten onze tent op aan de overkant van een riviertje in de buurt van cabana Plaiu Foli. De eetlust is nog steeds niet helemaal terug tot groot genoegen van een zwerfhond die het overschot van ons avondeten krijgt.

Dag 8

Cabana Plaiu Foli is er een van de chique soort. Ze zijn echter wel bereid ons een brood te verkopen. Dat is mooi, want dit is voorlopig de laatste gelegenheid op onze route om eten te kopen. Daarna gaat het langs de rivier Birsa Grosetului over een weggetje langzaamaan hogerop richting Fagaras. Het is zondag en vele stedelingen hebben dit weekend een tentje opgezet langs de rivier om verkoeling te zoeken in deze hete periode. Na de koffietijd zijn we de kampeerders zo?n beetje kwijt. Halverwege de middag verlaten we de rivier en beginnen aan een steile klim door het bos: een vermoeiende tocht. Boven aangekomen speelt weer het waterprobleem. We hebben geen zin aan een grote afdaling. Na enig speurwerk komen we echter bij een bronnetje, waar ook nog net plaats is om ons tentje op te zetten.

Dag 9

Via gestaag omhoog lopende paden door weilanden komen we in het hoger gelegen deel van de Fagaras. We passeren diverse kuddes schapen die worden bewaakt door agressieve honden. Zolang de herders er zicht op hebben, houden ze zich redelijk gedeisd. Buiten het zicht van herders houden we ze op afstand met stenen. Te vertrouwen zijn deze honden beslist niet. Halverwege de middag stroomt een waterbron over ons pad en we besluiten hier onze tent maar op te zetten. Iets later komt een gezelschap Polen voorbij die we gisteren ook al hebben gezien en die we de komende dagen regelmatig zullen tegenkomen. Ook komen een paar herders een praatje maken in de hoop iets te roken te scoren.

Dag 10

Nu begint het echt bergachtige deel van de Fagaras. Het pad slingert zich bijna steeds over de bergkammen met zo nu en dan een klim of afdaling van een paar honderd meter. Het probleem blijft steeds om water te vinden. In de loop van de middag halen we onze Polen ook weer in. Zij hebben gehoord dat ??n pas verderop water is. Hier blijkt zo?n 100 meter lager inderdaad een prachtig riviertje te ontspringen en we hoeven er dan ook niet lang over na te denken om hier onze tent op te zetten. Even lekker poedelen en we zijn weer helemaal fris. ?s Avonds komt een kudde schapen met daarachter een hond ons gezelschap houden. Even later komt een herder het decor inwandelen met een gewaad van schaapsvacht. Hij beseft hoe traditioneel hij er uit ziet, want hij vraagt ons een foto van hem te maken. Tevens maakt hij duidelijk dat wij dan de gemaakte foto naar hem moeten opsturen en dat hij het zou waarderen als we er ook nog wat geld bij zouden stoppen als beloning. Hij heeft dit blijkbaar vaker bij het handje. We bieden hem koffie aan en nootjes om te eten. Na een half uur komt ook zijn vader? er bij zitten. Ze zijn helemaal weg van de foto?s in de reisgids die we bij ons hebben. Als het al redelijk schemerig begint te worden maken wij aanstalten om in de tent te kruipen. Daarop gaan zij ook de schapen verzamelen. Een prachtig gezicht overigens, hoe ze met hun honden de schapen voor de nacht op een kluitje weten te drijven tegen de berghelling.

Dag 11

Wakker gemaakt door een 5-tal ezels die blijkbaar ook bij de herders horen. Even later komen ze zelf ook langs en zetten hun transistorradio op vol volume om ons wakker te maken (7 uur). Zodoende hebben we ons kampement om kwart over acht opgebroken en klauteren weer bergje op, bergje af. We naderen nu het hoogste punt van de Karpaten en dus ook van Roemenie. Voor het eerst vormen zich nu ook wolken die als rook bij de Noordelijke berghelling opklimmen. Voor de zekerheid haal ik nog even een flesje water bij een smeltwaterriviertje een klein stukje naar beneden. Dan gaan we op naar de hoogste berg van Roemenie (en de Karpaten): de Moldoveanu. Tegen de middag komen we daar aan. Het is er druk en koud. We gaan dus maar snel weer naar beneden. Het einddoel vandaag is een klein meertje Lac Podragel. Het is een meertje dat wordt gevoed door een plak eeuwige sneeuw. We zijn de enige gasten. Achter een stenen muurtje zetten we de tent op. Zodra de zon weg is, wordt het al snel heel koud, zodat we in de tent kruipen en elkaar proberen warm te houden.

Dag 12

Het begint met een forse klim. Daarna over griezelig smalle bergkammetjes en tenslotte wat klauterwerk langs staalkabels en kettingen. Weer komen we onze Polen tegen. Boven op de volgende berg maken een dan toch maar wat foto?s van elkaar bij een monument voor 11 omgekomen speleologen. We zijn nu bij de weg die dwars over de Fagaras ligt. De meertjes die daar in de buurt liggen zijn daarom ook erg druk. We gaan dus maar gauw weer verder. Einddoel voor vandaag is het meertje Lacul Caltun. We zijn niet de enigen met deze opzet: aan het eind van de avond staan er haast 10 tenten en is de refuge helemaal bezet. Het is een heerlijk meertje met schoon water. We wassen ons van top tot teen en genieten van de heerlijke avond totdat de zon achter de bergen wegzakt.

Dag 13

De laatste grote klim moet ons op de 2e hoogste berg van Roemenie brengen. Het eerste deel is eenvoudig. Daarna moeten we door een bergkloof die zo steil is dat er kettingen langs de kale rots zijn aangebracht. Hierlangs hijsen we ons naar boven naar een grazig plateautje met prachtig uitzicht. Tijd voor koffie. Enkele honderden meters lager zien we 3 gemzen door het dal lopen. Het laatste deel naar de Negoiu is een eenvoudig en dan staan we om half twaalf op het op 1-na hoogste punt van de Karpaten. Het is nagenoeg onbewolkt en zo zien we 15 km naar het oosten de hoogste berg liggen waar we eergisteren bovenop hebben gestaan. Volgens de verhalen is het heel uitzonderlijk dat we tot nu toe bijna steeds goed zicht hebben gehad. Voor hetzelfde loop je een week lang in de mist. Het volgende deel van de Fagaras schijnt zeer ruig en moeilijk te zijn. Daar ons eten op raakt en onze tijd er ook bijna opzit buigen we nu af naar het noorden op weg naar beneden. Niet erg aantrekkelijk, want het is lekker fris boven. Beneden wacht ons weer de hitte van meer dan 35 graden. De afdaling loopt na een aanvankelijke kale berghelling wel door een heel mooi dal. Via Cabana Negoiu komen we rond 6 uur bij Cabana B?rcaciu aan waar we onder begeleiding van een hele meute honden en ezels onze tent op een grasveldje opzetten.

Dag 14

Vandaag lopen we aanvankelijk door het bos en dan langs een weggetje langs de rivier R?ul Mare richting Avrig. Als de weg te veel asfalt wordt steken we de rivier over en vinden een pad dwars door een dor en ruig soort weiland. Dat brengt ons aan de zuidkant van Avrig. Daar bevindt zich de plaatselijke vuilstort en het riviertje ziet er uit als de Ganges. Ons aanvankelijke plan om hier een nacht te blijven laten we daarom varen en we lopen het stadje in. Eerst door een paar brede, onverharde straten die heel veel doen denken aan een western, compleet met paarden en wagen. Het enige verschil is een paar oude auto?s. We worden weer regelmatig benaderd of we slaapplek nodig hebben, maar we gaan, na ons in een winkeltje van enige heerlijke versheden te hebben voorzien, richting station.

We wilden eigenlijk naar Sibiu: een stadje 30 km verderop naar het westen. In deze hitte hebben we echter helemaal geen zin in steden. Maar ja: het is nu zaterdag en we vliegen pas dinsdag. We besluiten de eerste trein te nemen die langs komt. Zodoende wordt het de boemel naar Brasov. Na een reis van meer dan 3 uur en tientallen stationnetjes stappen we ruim acht uur uit de trein en worden binnen 10 seconden ingepalmd door een jongedame die ons heel goedkoop een prima appartement aanbied in de buurt van het centrum. Na wandeling van 15 minuten komen we aan en zijn in de tussentijd helemaal bijgepraat over de toeristische bezienswaardigheden van Brasov. We besluiten meteen om maar 2 nachten te blijven. Daarna de stad in om uit eten te gaan met een flesje wijn erbij. Het goede leven is weer begonnen.

Dag 15

In de stad ligt een bergje van een paar honderd meter hoog, zodat we nog even kunnen afkicken van het bergwandelen. Hoewel zonder rugzak valt het nog niet eens mee: zo?n pak op de rug geeft ook wel weer een lekker stevig gevoel en dat missen we nu al weer. Boven aan de berg is een restaurantje waar op het foeilelijke terras een koffiestop houden met wat traditionele heerlijkheden erbij. De weg omlaag gaat helemaal door het bos waar het nog lekker koel is. Weer in de stad aangekomen is het ronduit heet, zodat we op een terrasje in de schaduw gaan eten en bier drinken. Naderhand proberen we nog wat bezienswaardigheden af te werken, maar in eerste museum hebben we allebei last van duizeligheden, zodat we bijna omvallen. We scharrelen daarom maar weer richting appartement. In een park daar vlak in de buurt blijkt echter een soort folkloredag te worden gehouden. Het is een drukte van belang met varken en gems aan het spit, bier- en fristentjes en allerlei stands. Tevens is er een podium waar druk wordt geoefend voor optredens. We blijven hier dus maar hangen. Het wordt trouwens ook koeler want de lucht wordt heel dreigend. Tijdens het optreden van traditionele zangers en dansers vallen inderdaad onze eerste druppen regen. Hoewel er honderden parapluis worden opgestoken stelt het echter niet veel voor en de voorstelling gaat gewoon door. Vooral de volksdansen zijn heel leuk om te zien. Daarna trekken we waar een aanbevolen restaurant waar we op het terras traditioneel Roemeense gerechten verorberen met een Roemeens wijntje erbij. Niets mis met de Roemeense keuken.

Dag 16 en 17

Maandagmorgen reizen we weer per trein naar Boekarest. We hopen, uit de trein stappend, dat we net zo makkelijk een appartement in worden gesleept als in Brasov, maar dat zit tegen. Na een tijd door de stad te hebben gesjouwd en in een biertuin te hebben geluncht komen we in een hotelbuurt. Het is blijkbaar slappe tijd want er gaat een heleboel van de prijs af. Zodoende belanden we tegen een redelijke vergoeding in een 4-sterrenhotel. Voor ons doen veel te lux met airco en minstens 6 vierkante meter bed. ?s Avonds weer heerlijk gegeten op een terras en na een gezonde nachtrust per taxi naar de luchthaven. Via M?nchen komen we om half 5 weer op Schiphol aan.